Dorpsleven bedreigd door wegblijvende toeristen: compleet Veluws dorp gebukt onder coronacrisis. Lars Barendregt – De Gelderlander april 2020
LUNTEREN - Geen lange rijen voor verse broodjes van de bakker en fietshandelaren die amper wat verhuren. Toeristen blijven deze meivakantie weg vanwege het coronavirus. En daar lijden de ondernemers in dorpen die leven van het toerisme, zoals Lunteren, onder. De leefbaarheid van dit soort Veluwedorpen staat onder grote druk.
Voor de inwoners van een dorp dat afhankelijk is van toerisme kan dat grote gevolgen hebben, waarschuwen Toerisme Veluwe Arnhem Nijmegen en de Vereniging van Dorpshuizen en Kleine Kernen Gelderland (DKK Gelderland).
,,In de kleine kernen hangt alles met elkaar samen’’, zegt algemeen directeur Herre Dijkema van Toerisme Veluwe Arnhem Nijmegen. Lokale supermarkten danken een groot deel van hun bestaan bijvoorbeeld aan de komst van toeristen naar omliggende campings in de zomer. ,,Ik kan me voorstellen dat het een enorme impact op je woongenot heeft als je bij wijze van spreken de bakker of de supermarkt ziet omvallen.’’
Rob en Trudy Scheepbouwer zijn het levende bewijs van de toerismestrop die veel toeristische trekpleisters nu lijden. Voor hun eigen veiligheid verblijft het echtpaar al veertien dagen achter elkaar op camping De Rimboe in Lunteren. Hun flat in woonplaats Capelle aan den IJssel grenst aan een verpleeghuis. ,,Zorgmedewerkers komen bijvoorbeeld ook veel buiten en zijn dan in dezelfde lucht als wij’’, klinkt het.
Het idee dat de twee zo dan misschien het coronavirus oplopen, geeft ze geen fijn gevoel. Daarom zitten de zeventigers nu in de tuin van hun vaste staplaats op de camping, waar ze al zo’n twintig jaar komen vanwege de natuur en rust.
Maar hun verblijf verloopt anders dan normaal. Elke dag verse boodschappen halen in de supermarkt in het dorp, doen ze vanwege corona bijvoorbeeld niet meer. Ze zijn überhaupt een van de weinige campinggasten op De Rimboe in aanloop naar de meivakantie. En daar gaat vrijwel heel Lunteren onder gebukt.
Het christelijke dorp aan de rand van de Veluwe telt ruim 13.000 inwoners. Een aantal dat in het hoogseizoen bijna drie keer hoger ligt vanwege de vele toeristen die er overnachten. Ze komen voor fietstochten in een bosrijke omgeving en dagattracties als het Kröller-Müller Museum. Voor lokale ondernemers vormen de mensen, vaak afkomstig uit het westen, een zeer belangrijke bron van inkomsten.
Waar alle honderd flexibele plekken voor toeristen op De Rimboe normaliter zo goed als bezet zijn in de meivakantie, heeft eigenaar Jan Kampfraath deze dinsdagmiddag nog maar één boeking staan. Hij wordt er niet vrolijk van, zegt hij met gevoel voor understatement.
Enkele kilometers verderop, aan het einde van de Boslaan, ziet het aantal reserveringen bij Arend Flier van Arend Flier Tweewielers met twee tandems er niet veel rooskleuriger uit. Hij heeft in totaal tachtig huurfietsen en die reden in eerdere jaren bijna allemaal wel ergens op de Veluwe rond in de meivakantie. Vooral de elektrische exemplaren.
Onlangs gaf Flier er tijdelijk één mee aan een klant die een e-bike had gekocht, maar nog even op de levering moest wachten. ,,‘Ik verhuur nu toch niets’, zei ik. Schoolkinderen zitten nu thuis, dus eigenlijk gaat er ook niks meer kapot.’’ Flier merkt wel dat sommige vaste campingbezoekers een fiets aanschaffen, omdat ze verwachten dit jaar toch niet naar het zonnige buitenland te reizen.
Het filiaal van speelgoedbedrijf Top1Toys lijkt bijna de enige winkel in Lunteren te zijn die nog een beetje van het coronavirus profiteert. Toeristen die rondneuzen tussen de dozen met LEGO en Barbiepoppen zijn er amper, constateert medewerkster Colinda Vlastuin. ,,Maar het loopt hier goed door.’’ Ook de plaatselijke bevolking blijft thuis en daarom worden de laatste tijd juist opblaasbare zwembaden en bordspellen gekocht, legt ze uit.
Zomaar even over de camping banjeren, doen we niet meer. We gaan de mensen wel uit de weg.
Op het terrein van camping De Rimboe proberen Rob en Trudy Scheepbouwer zichzelf te vermaken. Hij leest een oud boek van de Amerikaanse schrijver Tom Clancy. Zij borduurt, maar weet niet zo goed wat precies, klinkt het lachend. ,,Ook gaan we nog wel eens het bos in, hoor’’, zegt Trudy. ,,Maar zomaar even over de camping banjeren, doen we niet meer. We gaan de mensen wel uit de weg.’’
Zelfs hun zoon Remco hebben ze al een tijd niet meer in gezien. Hij werkt in het Maasstad Ziekenhuis in Rotterdam en raakte onlangs besmet met het coronavirus. Het leidde tot moeilijke momenten. ,,Als we langs zijn huis kwamen, zetten we een tas met boodschappen voor de deur en gingen we weer’’, vervolgt Trudy. ,,Normaal ga je bij iemand langs als die ziek is, maar dat kon nu niet.’’
Geen christelijke feesten, geen braderieën en de Oud-Lunterse Dag - een jaarlijks dorpsfeest dat veel publiek trekt - gaat dit jaar ook niet door. Eigenaar Johan van Bennekom van cafetaria ’t Hoekhuus somt de schade op als hij de stoelen van de tafels in zijn zaak haalt.
Dat laatste doet hij elke dag trouw, ondanks dat mensen niet mogen blijven hangen met een patatje. ,,Als ik de stoelen erop laat staan, lijkt het net of ik gesloten ben’’, zegt Van Bennekom. Onder andere door het wegblijven van toeristen verwacht hij dit jaar een derde van zijn gebruikelijke omzet mis te lopen.
We trekken 11.000 bezoekers per jaar en zo’n zeventig procent daarvan is toerist
Jaap van Ravenswaaij van Museum Lunteren
Ook bij Bakkerij de Vries aan de overkant van de weg is het sinds Pasen rustiger. ,,Normaal is het hier op Koningsdag echt heel druk’’, zegt medewerkster Marijke Keijzers. ,,Nu hebben we voor die dag vier of vijf bestellingen. Dat zet geen zoden aan de dijk’’, vult collega Wilma van Veller aan.
De inkomsten van vakantiegangers de laatste jaren sowieso al terug, laat snackbarhouder Van Bennekom weten. Volgens hem een gevolg van ‘de Oostblokkers’ die kampeerplekken in de omgeving bezetten. ,,Eerder kwamen ze nog wel eens een biertje bij je halen op zondag, maar nu gaan ze allemaal naar de supermarkten in Ede.’’ Die zijn tegenwoordig op zondag open.
Jaap van Ravenswaaij van Museum Lunteren kan de hulp van wat Poolse bouwvakkers goed gebruiken. Op zaterdag 2 mei zou ‘dé attractie van het dorp’ officieel heropenen na een verbouwing en flinke uitbreiding. Zou, want door de coronacrisis is nog geen nieuwe datum geprikt.
Van Ravenswaaij vertelt op een verder kale verdieping dat het museum 57 vrijwilligers telt, van wie de meesten ‘al naar Omroep Max mogen kijken’. Hij vindt het dan ook onverantwoord dat zij nu helpen met klussen. En met paspoppen met Veluwse klederdracht of een militair uniform slepen.
Of alle geplande tentoonstellingen op de oorspronkelijke manier kunnen doorgaan, durft hij niet te zeggen vanwege de inkomsten die missen. Het museum is in handen van een stichting en heeft een behoorlijk erfenis ontvangen van plaatsgenoot Johannes Noordmans, maar voor exposities worden natuurlijk wel allerlei kosten gemaakt, zegt Van Ravenswaaij.
,,We trekken 11.000 bezoekers per jaar en zo’n zeventig procent daarvan is toerist, de andere dertig procent komt uit Lunteren en omgeving.’’
Om energiekosten te besparen, hebben badmeester Cees Roelofsen en zijn collega de twee grote buitenbaden van het Bosbad nog niet gevuld met zwemwater. Met een strak gemaaide grasmat en brandschone paden heeft het tweetal er in de afgelopen tijd voor gezorgd dat het zwembad verder gereed is voor het hoogseizoen. Maar Roelofsen verwacht dat het nog wel even duurt voor bezoekers mogen komen.
Polsbandjes die waarschuwen dat een andere zwemmer binnen de grens van 1,5 meter komt, zouden gebruikt kunnen worden. Maar ook zo’n oplossing brengt problemen met zich mee, weet de badmeester. ,,Waar moet ik straks op letten: op de sensor of op het bad? En stel dat we open gaan, dan hebben we constant desinfectiemiddelen nodig en ook een persoon die daarvoor gaat zorgen.’’
Wat de afwezige verkoop van duizenden entreekaartjes na twee vettere jaren precies betekent voor het Bosbad, kunnen de medewerkers moeilijk inschatten. Zeker is dat een boel geld ontbreekt, juist nu de zon al dagen flink schijnt.
Terug in het dorp parkeert Gerard Pater zijn klassieke Opel Kadett naast de Oude Kerk. Hij woont al 54 jaar in Lunteren, ‘geboren en getogen’, en heeft het rond de meivakantie nog nooit zo rustig gezien. ,,Het is heel stil.’’ Desondanks is de makelaar ervan overtuigd dat de meeste ondernemers nog wel even stand houden. De Lunterenaar is over het algemeen behoudend en heeft daarom nog wel een buffer, zegt hij. ,,En het zijn harde werkers.’’
========